Hoeveel leraren en onderwijzend personeel zouden er in de afgelopen 20 jaar het onderwijs verbitterd en teleurgesteld hebben verlaten, doordat hun speelruimte allengs meer werd ingeperkt? Hoeveel docenten zouden er momenteel gefrustreerd aan het lesgeven zijn, door het toenemend staatsdirigisme van de afgelopen 30 jaar?<a href="http://janposch.web-log.nl/pioniersbolwerk/files/
De arbeidsman Jeroen Dijsselbloem heeft als commissievoorzitter, naar de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen 20 jaar, zeer goed werk afgeleverd. Hij heeft geconstateerd:
1. Dat het gelijkheidsideaal ( van met name de PVDA) faalde, waardoor het onderwijsnivo, daalde.
2. Dat moeilijk lerende kinderen niet thuishoren in dezelfde klas als normaal begaafden.
3. Dat daardoor ook de basisvorming is mislukt.(alle kinderen in dezelfde klas)
4. Dat de Tweede Fase (zelfstandig leren in het z.g. studiehuis , en standaard pakketten in de bovenbouw) is geflopt.
5. Dat de basisvaardigheden, rekenen,taal en lezen schromelijk werden verwaarloosd.
6. Dat de doorstroom van het ene schooltype naar het andere vrijwel tot stilstand is gekomen. ( van mavo naar havo, naar h.b.o.)
7. Dat de scholen worden opgescheept met allerlei neven-activiteiten, die niet tot hun kerntaken behoren, zoals sexuele voorlichting en stagelopen.
8. Dat de overheidsbemoeizucht met de onderwijspraktijk funest was voor het normaal functioneren van de leraar. (didactiek tot in het klaslokaal!)
9. Dat de exameneisen aan anderen werden overgelaten!
10. Dat er geen toezicht was op de eindresultaten.
11. Dat de leraar steeds meer hulpverlener werd ,in plaats van kennisoverdrager.
Wat waren de diepere redenen van dit falende beleid? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe hebben Tineke Netelenbos (PVDA) Jacques Wallage (PVDA) en Wim Deetman (CDA) er zo een puinhoop van kunnen maken?
Let wel: alle vernieuwingen werden kamerbreed gesteund! Ook door onderwijskundigen, belangenorganisaties en bedrijfsleven.
1. Alle bewindslieden vertoonden een tunnelvisie.
2. De brede kring van beleidsmakers stonden niet open voor kritiek en waarschuwingen.
3. Het onderwijsveld werd niet gehoord. Er was daar geen draagvlak voor deze vernieuwingsdriften.
4. Regeerakkoorden forceerden de doorbraak.
5. Er was wel overeenstemming met beroepsvertegenwoordigers van belangenorganisaties, lees : vakbonden.!, maar niet met de leraren zelf.
Het is zonder meer schokkend vast te stellen , wat de politiek met het onderwijs heeft aangericht.
Oplossingen:
1. Geen staatsdirigisme, maar vertrouwen in de leraar. Het hoe moet weer aan de leraar voor de klas worden toevertrouwd.
2. Wel het opstellen van examentoetsen, waaraan de leerlingen moeten voldoen.
3. Meer geld naar het onderwijs,
4. Zowel schoolexamen , als centraal schriftelijke toets moeten voldoende zijn.
5. Scholen moeten inzicht geven in hun uitgave-patroon: lees: waar zij het verkregen geld aan uitgeven.
6. Geen vernieuwingen zonder wetenschappelijke onderbouwing.
7. Lessen door bevoegde docenten.
8. Geen verplichte maatschappelijke stage in schooltijd.
9. Laat de scholen zelf hun beleidsplannen bepalen.
10. Beloon de scholen op grond van hun bereikte resultaten.
Zouden Minister van On
derwijs Ronald Plasterk (pvda), en zijn vrouwelijke staatssecretarissen Sharon Dijksma (pvda) en Van Bijsterveldt (christen-unie) wel in staat zijn om deze (nieuwe) gezichtspunten in daden om te zetten?
Is de bovengenoemde ellende alleen te wijten aan de (koker)visie van de politiek , en niet gehinderd door verstand van praktijkzaken , deze van bovenaf door de strot van de vakman kon duwen?
Natuurlijk maken de praktijkmensen ook fouten. Die constatering is een platitude, een gemeenplaats, een cliché. Maar daar zit hem de kneep niet echt. Natuurlijk zijn er leraren die zich het liefst terugtrekken tussen de vier muren van het klaslokaal en niets te maken willen hebben met overlegvergaderingen, stuurgroepen etc. Natuurlijk zijn er leerkrachten, die moeilijk kunnen omgaan met nivo-verschillen in de klas. Natuurlijk zijn er slechte leraren. Maar dat regelt zichzelf wel, via een natuurlijk afvloeiingsverloop. Erger was het dat de goede leraren het niet meer zagen zitten. Dat zij werden gedwarsboomd van hogerhand in hun manier van lesgeven. Ieder vogeltje zingt zoals hij gebekt is. Gun iedereen toch zijn eigen wijze van omgaan met zijn leerlingen.
Maar de grootste ramp was natuurlijk de burocratie. Waar zijn al die veldwerkers gebleven, die opkwamen voor de leraar! In stuurgroepen, in werkgroepen, in project groepen, War zijn al die schoolbestuurvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van ouders en personeel gebleven? Die hebben toch uiteindelijk hun toestemming gegeven tot al die vernieuwingen?
De commissie Dijsselbloem heeft deze enorme veldburocratie niet bloot weten te leggen. Het complexe samenspel van het veld werk met de politiek is niet boven water gekomen.
En nog iets: Iemand komt met een idee. Wat volgt is een eindeloos getouwtrek van alle belanghebbenden totdat er weinig meer over is dan een slap aftreksel, waar niemand echt gelukkig mee is
Hoe zou dat in de toekomst moeten gaan, Jeroen, met die 1 miljoen leerlingen, 84.000 leerkrachten en 650 voortgezet onderwijs scholen. Zou deze mammoettanker, zou deze reuzenmoloch, die onderwijs heet, nog wel te besturen zijn?
De commissie Dijsselbloem heeft niet alleen het falen van de onderwijsvernieuwingen aangetoond. Het heeft ook het falen van de Tweede Kamer, het falen van de politiek blootgelegd. Eigenlijk het falen van onze democratie. Het onderwijs is geen uitzondering. Alle grote projecten, zoals de Betuwe-lijn, de HSL, De spoorwegen, de gezondheidszorg, hebben aangetoond, dat ons democratisch gekozen parlement slecht tot zeer slecht scoort. Een vette onvoldoende dus.
De commissie Dijsselbloem heeft niet alleen het falen van de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen 25 jaar aangetoond. Zij heeft ook het falen van de Tweede Kamer, het falen van de politiek blootgelegd. Eigenlijk het falen van onze democratie. Het onderwijs is namelijk geen uitzondering. Alle grote projecten, zoals de Betuwe-lijn, de HSL, de spoorwegen, de gezondsheidszorg, tonen aan dat ons democratisch gekozen parlement, slecht tot zeer slecht scoort. Een dikke vette onvoldoende dus.