A. Van kruisridder tot roofridder.
“Woede op de juiste persoon, op de juiste plaats, op het juiste moment en in de juiste mateâ€. (Aristoteles)
Op dinsdagavond 18 maart 2008 ging ik opgewekt en vol goede moed naar de eerste speelronde van het z.g. Lente-toernooi van sc.Philidor 1847. Niet als lid, maar als (gratis) deelnemer. Groot was mijn (oprechte) verbazing, dat een mij zeer bekend personage , mij opvallend (letterlijk en figuurlijk)de rug toekeerde. Nog groter werd die verbazing, toen bleek dat hij door mijn komst volledig op tilt was geslagen. Het begon een hetze tegen mijn persoon, hitste de leden op in opruiende taal ,ging brieven sturen naar leden, schermde met een boycot en schreef een mail naar de wedstrijdleider om te pogen mij te weren van dit schaak(lente)toernooi. Dit alles zonder mij op de hoogte te stellen. Zonder mij recht van hoor en wederhoor te gunnen en louter dus naar aanleiding van mijn verschijning.
Wat was er aan de hand? Het verkeerde in de veronderstelling, dat er een aangekleed lijk op mijn weblog was verschenen, waardoor niet alleen zijn ego behoorlijk was gekwetst en aangetast, maar ook zijn vroegere frustraties ( aangaande het Bolwerk) weer naar boven waren komen drijven.
Een doctorandus, probeerde deze “kruisridder†nog tot bedaren te brengen, maar diens vredelievende boodschap bracht dit heerschap tot nog grotere razernij, culminerend in onbezonnen geraaskal. Het grote Kwaad, diende volgens deze demagoog terstond met wortel en tak te worden uitgeroeid.
Nader onderzoek zou hebben geleerd, dat er helemaal geen lijk te vinden was op mijn schaaksite. Dat was door mij geëlimineerd uit (achteraf misplaatst) fatsoen en pure piëteit met het vermeende slachtoffer, en direkt getransformeerd in het meer prozaïsche gelijk. Een interview-artikel van Gerard Veenstra had ik van zijn weblog geplukt, omdat hierin het Pioniersbolwerk ter sprake kwam.
Zijn openbare aanklacht was dus bewijsbaar onjuist en onterecht. Verontschuldigingen zou je zeggen. Neen, hoor, hoe kom je daarbij. Toen bemiddelaar Geert van Everdink tot de conclusie kwam, dat mij geen enkele blaam trof en een verzoenpartij voorstelde, werd dit wraakzuchtige heerschap, zoals gezegd, dus nog kwader en gaf er op een weerzinwekkende manier blijk van bloed te willen zien en zeker geen slachtoffer te zijn maar dader. De hoeveelheid vuil die het hierbij naar buiten heeft gegooid is buitenproportioneel en zonder enkele twijfel ernstig ziekelijk, maar ik wil hier verder niet voor psychiater gaan spelen.
En dat, terwijl ik hem nog enkele weken daarvoor had uitgenodigd voor ons team, en vriendelijk welkom had geheten voor later en ook nog in vertrouwen had genomen. Aanvankelijk reageerde hij positief en loffelijk op mijn uitnodiging , maar sloeg als een blad aan de boom om, nadat hij kennis had genomen van een reaktie van Gerard Veenstra op mijn weblog, waarin Gerard zich denigrerend had uitgelaten over Erik Sparenberg en Wessel van der Berg.
Op het viertallen-toernooi in Workum, uitte hij naar aanleiding hiervan, zijn zware ongenoegen en kwam mij in ongezouten bewoordingen vertellen, dat hij Veenstra maar een grote klootzak vond. Voor iedereen verstaanbaar, luid en duidelijk. Ik heb toen n.a.v dit voorval een behoorlijk goed gesprek met hem gehad en aangegeven dat ik er wellicht beter aan gedaan zou hebben om deze reaktie te schrappen. Wij zijn toen verder goed uit elkaar gegaan.
Ik heb dit voorval aan Gerard Veenstra verhaald, op grond waarvan hij zich afvroeg, waarom deze man zich zonodig als beschermheer moest aandienen voor deze bijdehande jongemannen.Een beschermheer n.b., die mij in een nog recent verleden, diverse keren waarschuwde voor het arrogante Philidor.
B. Bestuursfalen .
Tot viermaal aan toe, via twee mails en twee brieven, heb ik de schaakleiding van Philidor er toe trachten te bewegen, om deze dolgedraaide ridder tot de orde te roepen ( lees: verontschuldigingen aan te bieden) en/of afstand te nemen van zijn onbezonnen gedrag, ( lees: een onderzoek in te stellen). Echter, tevergeefs. Zij lieten dit buiten zijn zinnen geraakte heerschap genadeloos aan zijn ( en mijn) lot over….waardoor het niet duidelijk kon worden, dat er hier
sprake was van een transformatie van vermeend slachtofferschap tot een gif-en vuilspuitende openbare aanklager van weerzinwekkende leugens en afgrijselijke zwartmakerij tot aan de intieme privé-sfeer).
De aardigheid om een partij schaak te spelen was er voor mij dus af. . en werd aldus beroofd van negen schaakavonden.
Twee weken later, op maandag 31 maart 2008, heb ik een keurig mailtje, met een hoog arrogantie-gehalte, van Philidor-voorzitter Ulbe van Houten ontvangen, waarin hij mij welkom bleef heten voor het Lente-toernooi, maar verder geen veroordelingen wilde uitspreken. De twee kemphanen moesten het verder zelf maar zien uit te zoeken. Niets geen verontschuldigingen en/of spijtbetuiging.Niets geen onderzoek.
Het bestuur weigerde dus om deze man tot de orde te roepen, waardoor het verzuimde haar dringend noodzakelijke verantwoordelijkheid te nemen.
Grote lof wil ik uitspreken voor Geert van Everdink. Hij wierp zich spontaan op als vredesstichter en bemiddelaar, via een ultieme poging de ( volkomen onterechte) vijandschap en tomeloze agressie enigszins te temperen.
Hij blijft voor mij een echte overwinnaar, die met kop en schouders boven het grote gemiddelde van middelmatigen uitsteekt.
Niets in dit artikel heb ik bewust willen overdrijven of aandikken.Ik heb hier niets anders dan de naakte waarheid, (die vaak erger blijkt dan onze verzinsels) opgeschreven.
“Voor onrechtvaardigheid bestaat nog altijd geen medicijnâ€.
Naschrift:
Begin april heeft Gerard Veenstra besloten om , ( na zeer openhartige pogingen deze zaak helder en duidelijk te krijgen), zijn interview weg te halen. Dat heeft hij ook aan mij gevraagd. Uit respect voor al zijn inspanningen in deze, ( en ook voor mij), heb ik direct aan zijn verzoek gehoor gegeven.
Jan Posch, 9 april 2008
.